door Linda de Bruijn
Het is al een paar uur donker als ik op zondagavond 15 december door de straten van Oslo loop. Ik ben op weg naar Ingensteds waar het laatste optreden van de allereerste Europese clubtour van Duncan Laurence plaatsvindt. Het is inmiddels zeven maanden na zijn overwinning op het Eurovisie Songfestival in Tel Aviv en omdat alle Nederlandse concerten uitverkocht waren combineer ik dit concert met een weekend in Oslo dat ik al eerder geboekt had. Ik ben benieuwd hoe groot de bekendheid van Duncan is in Noorwegen.
Ingensteds
Ingensteds is een opgeknapt fabriekspandje dat zich presenteert als een hippe, trendy club met een industriële vormgeving. Tussen alle aangeplakte aankondigingen zoek ik naar die van Duncan, maar vind er geen. Alles wat ik vind is een kleine vermelding van zijn naam op het maandoverzicht van de club. De affiche is weliswaar kunstzinnig vormgeven, maar valt niet op tussen de graffiti en vele andere aankondigingen op de muur.
De locatie ligt op 20 minuten lopen vanuit het centrum van de stad en de route loopt door de meer authentieke straten van Oslo. De dag ervoor heb ik de route al bij daglicht gelopen en het kerstmarktje in het straatje, waarvan Ingensteds het eindpunt is, bezocht. Er waren weinig mensen op de kunst en de soep afgekomen.
Nadat er vragen over waren gesteld, meldt de club vrijdags op haar Facebook-pagina dat de deuren om 19.00 uur open zullen gaan en dat Duncan om 20.00 uur zal beginnen met zijn show. Als eindtijd is 23.30 uur aangegeven. Ik weet dat zijn programma iets meer dan een uur duurt omdat ik de show ook in Utrecht heb gezien (door ziekte van Duncan moesten er in Nederland een drietal afgezegde concerten worden ingehaald en kon ik zo alsnog kaartjes voor zijn concert in Utrecht krijgen). Meestal wordt zijn eigen programma voorafgegaan door een voorprogramma. Ingensteds vermeldt echter geen voorprogramma.
Ontspannen sfeer
Als we even voor 19.45 uur arriveren is het stil op straat. De naastgelegen clubs zijn gesloten. Zondagavond lijkt in Oslo geen uitgaansavond te zijn. Bij Ingensteds staan ongeveer 20 mensen te wachten om naar binnen te mogen. We sluiten ons aan, ik laat mijn paspoort controleren en mag naar binnen. Binnen wordt mijn ticket gescand en het is, ongeveer vijftien minuten voor Duncan’s opkomst, nog niet voor de helft vol. De sfeer is ontspannen en er is alle tijd voor een biertje. Tussen de aanwezigen tel ik een twintigtal Nederlanders.
Ik zie dat de apparatuur van de band net op het kleine podium past. Ook voor Duncan is er weinig bewegingsruimte. Om 20.00 uur komt de band van achter het publiek het podium op, even later
gevolgd door Duncan zelf. Zoals verwacht opent hij ook deze laatste show met mijn favoriete nummer "Kings", een prachtige song, die het wel zonder de bijbehorende lichteffecten moet doen.
De setlist wordt volgens verwachting afgespeeld, af en toe onderbroken door een praatje. Duncan zingt met veel gevoel, de nummers raken, nog meer dan in Utrecht. "Love don’t hate it" en
"Arcade" moeten het doen met een uitgeklede versie van de rode en blauwe lichteffecten. Het doet echter niets af aan de nummers, want die staan, ook zonder toeters en bellen, als een huis.
Wake up love
Duncan zingt voluit, maar lijkt last te hebben van de rook uit de rookmachine, die af en toe zijn band aan het zicht onttrekt. Gelukkig heeft hij weinig last van het lawaai van vallende dingen achterin de zaal. Hoewel er contact is met het publiek en Duncan het zichtbaar leuk vindt dat er naar hem geluisterd en met hem wordt meegezongen, maakt het geheel geen levendige indruk.
Als laatste zingt Duncan het gevoelige nummer "Wake up love", maar hij is na de laatste noot snel verdwenen en laat zich niet meer zien. De leden van de band komen wel terug, hebben tijd voor een
praatje met de paar toeschouwers die nog een biertje drinken maar beginnen toch snel met het afbouwen van de apparatuur. Na ongeveer anderhalf uur staan we weer buiten en was er van
feestvreugde geen sprake. Dat had zeker wel gemogen na deze eerste indrukwekkende tour van de man die in zeven maanden tijd zijn brave Songfestival imago van zich afschudde en steeds meer
zichzelf wordt.
Gelukkig blijkt hij zelf volop van de avond genoten te hebben en dat is fijn om te weten. Desondanks was deze avond, denk ik, toch een gemiste kans om zijn bekendheid in Noorwegen uit te
breiden. Aan Duncan zelf heeft dat echt niet gelegen, hij is een fantastische zanger, die je weet te raken, ongeacht de locatie. En misschien werd dit juist wel door alle
omstandigheden, een bijzonder en intiem concert.
Inspiratiebron
Hoewel dit onderwerp niet direct iets te maken lijkt te hebben met het maken van sieraden, historische mode of Outlander, is Duncan Laurence voor mij, behalve een steengoede zanger die met zijn liedjes mijn drukke creatieve hoofd rustig krijgt, ook een inspiratiebron als het gaat over je dromen achternagaan en het vertellen van je eigen verhaal. Hij gaf mij symbolisch net dat zetje om te beginnen met het schrijven van mijn verhalenblog en van gedichten. Beiden geven mij, naast het maken van sieraden (wat ik inmiddels meer van 12 jaar doe) energie en een gevoel van verdieping.
Daarom dit keer geen sieraad bij dit verhaal, maar een gedicht. Ik maakte het als opdracht voor mijn portfolio van de Schrijversacademie. Het weekend dat ik in Oslo was, had ik eigenlijk les in Amsterdam. Ik moest dus kiezen uit twee dingen die ik heel leuk vond en ik koos voor Duncan's laatste concert. Het is het eerste gedicht in vrije vers vorm dat ik ooit heb gemaakt. Het beschrijft het dubbele gevoel dat ik had, aan de ene kant een geweldige zanger, die liedjes zingt waar je kippenvel van krijgt, aan de andere kant omstandigheden die in mijn ogen absoluut geen recht deden aan de band.
(lb feb. 2020)
Ingensteds
Graffiti, de geur van bier.
Met je hand op je hart ga je voluit.
Ik vraag sprakeloos waar we zijn.
Vingers woelen door je haar.
“Nergens”, antwoord je.
*Ingensteds = nergens (Noors)
Verhalen die je misschien ook leuk vindt:
Write a comment